Skip to content

Hartproblemen

Evenals bij de mens komen hartproblemen bij de hond en de kat regelmatig voor. Het hart is een pomp die het bloed via een stelsel van bloedvaten door het lichaam pompt. Het bloed zorgt voor het transport van zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen. Het hart bestaat uit twee helften, en elke helft uit een boezem en een kamer. De rechterkant pompt zuurstofarm bloed vanuit het lichaam naar de longen, de linkerkant pompt zuurstofrijk bloed naar de rest van het lichaam. Er bestaan zo dus eigenlijk 2 gescheiden, maar op elkaar aansluitende circulaties, met als centrale pomp het hart. Normaal is het hart een zeer efficiënte pomp, die zich aan de veranderende omstandigheden tijdens het dagelijkse leven  kan aanpassen. Samen met de bloedvaten en verschillende andere mechanismen reageert het hart op de behoeften van het lichaam tijdens inspanning, rust, koude, warmte etc. Het hart past zich aan door sneller of langzamer te kloppen, harder of zachter samen te trekken etc. Een hondenhart klopt gemiddeld 70-120 keer per minuut, een kattenhart 110-140 keer en een mensenhart ter vergelijking gemiddeld 70 tot 80 keer per minuut. Het hart staat centraal in de bloedcirculatie en een probleem met deze pomp kan ernstige problemen geven.  

Hoe ontstaan hartproblemen. 

Hartproblemen kunnen op verschillende manieren ontstaan. Ze kunnen aangeboren zijn door een storing in de ontwikkeling, maar er kunnen zich in het verloop van het leven hartproblemen ontstaan. Vaak betreft het problemen aan de kleppen in het hart, waardoor deze niet goed meer sluiten, en er lekkages ontstaan. Een andere oorzaak is een zieke hartspier, waardoor de wanden van het hart dun en zwak worden, en het hart zijn werk niet goed meer kan doen. Het lichaam probeert in eerste instantie door bepaalde  aanpassingsmechanismen, zoals bloeddrukverhoging, groter worden van het hart, sneller  kloppen etc. problemen te voorkomen, maar op den duur gaat het toch mis en ontstaat hartfalen. 

De verschijnselen van hartfalen. 

Een normale hond of kat is levenslustig, attent, energiek en heeft een goede eetlust. U kent uw huisdier het beste en merkt dus ook de veranderingen die kunnen wijzen op een hartaandoening het eerste: 

-minder uithoudingsvermogen, sneller moe,

-meer hijgen en /of  vlugger beginnen te hijgen,

-meer slapen,

-niet meer zo graag/minder lang willen spelen,

-droge hoest (zeker bij de hond),

-flauwtes,

-een dikke buik, door vochtophoping

-dikke poten, met name. aan de hakken, door vochtophoping,

Niet al deze verschijnselen hoeven bij één patiënt op te treden, maar een aantal zien we bij hartfalen bijna altijd. 

Diagnose. 

Van groot belang is het bij zulk soort verschijnselen uw dierenarts te raadplegen. Ook is het van belang deze symptomen bij de jaarlijkse controle aan de dierenarts te melden. Hij zal uw huisdier nader onderzoeken. Je kunt op verschillende manieren informatie over het functioneren van het hart verkrijgen. Allereerst natuurlijk uw verhaal over het functioneren van uw huisdier, dit geeft al veel informatie. Daarnaast het klinisch onderzoek: de pols wordt gemeten en beoordeeld en er zal naar het hart worden geluisterd, geausculteerd. De bloeddruk kan gemeten  worden en er kan er een ECG (hartfilm) gemaakt worden. Ook een röntgenfoto van de borstkast geeft extra informatie over het hart. Daarnaast kan het soms nodig zijn een echo van het hart te laten maken. Diverse klinieken zijn in bezit van speciale apparatuur om een  ECG te maken, hierbij wordt  de elektrische activiteit van het hart gemeten. Ook röntgenfoto’s van hart en longen kunnen  gemaakt worden, en tevens kan de bloeddruk gemeten worden. Met al die gegevens kan de dierenarts beoordelen hoe het hart  functioneert, en kan de aard van de hartaandoening vastgesteld worden, zodat een gerichte behandeling gestart kan worden. 

Behandeling. 

Dit zal in de meeste situaties bestaan uit medicijnen, welke uw huisdier verder levenslang zal moeten nemen. Daarnaast zijn er speciale diëten voor hartpatiënten. Het is eventueel zelfs mogelijk uw hond een pacemaker te laten implanteren. Verder is geregelde beweging, zonder te zware belasting (gedoseerde beweging) van belang, zeker tijdens warme weerperiodes in de zomer. Ook zal uw huisdier regelmatig onder controle moeten blijven van de dierenarts, ter beoordeling van het verloop van de kwaal en hoe hij reageert op de behandeling. Dit alles zal uw huisdier veel verlichting geven, zodat hij nog jarenlang een prettig leven kan leiden.

Regelmatige bezoeken aan de dierenarts zijn erg belangrijk voor het vroeg opsporen van hartziekte. Een grondig lichamelijk onderzoek levert aanwijzingen op voor alle hartproblemen. Door met de een stethoscoop naar het hart van uw hond te luisteren kan de dierenarts vaststellen of er sprake is van een ruis. De hartslag en het hartritme kunnen ook beoordeeld worden door het gebruik van een stethoscoop. Röntgenfoto’s zullen vocht op de longen en een mogelijke vergroting van het hart aan het licht brengen. Met een elektrocardiogram (ECG) kan de elektrische activiteit van het hart geregistreerd worden en dit kan gebruikt worden om hartritmestoornissen te diagnosticeren. Tenslotte kan echografie – dezelfde techniek  die gebruikt  wordt om baby’s in de baarmoeder te controleren gebruikt worden om het hart te beoordelen terwijl het werkzaam is. De wanden,kamers, boezems,kleppen en bloedvaten van het hart kunnen nauwkeurig driedimensionaal worden bekeken. Hoewel echografie de meest nauwkeurige methode is om hartziekte te diagnosticeren hoeft het bij duidelijke gevallen van hartziekte niet nodig te zijn.

Kortom een hartprobleem: vaak goed te behandelen, maar tijdig onderkennen en tijdig starten met een therapie zijn van levens belang. Regelmatige controles zijn daarom een vereiste.